Research: Straatmuzikanten C. Trouwborst
Voorwoord Als
je iemand muziek ziet maken op straat, zou je niet verwachten dat die
persoon aan gemeentelijke regels gebonden is. Het is iets wat je als
vanzelfsprekend ervaart, een verschijnsel dat het straatbeeld siert.
Anderzijds zijn er ook mensen die het niet kunnen waarderen. In dit
verband is het verschijnsel in het gemeentelijke beleid opgenomen. Het
is zaak te kijken hoe de Gemeente Amsterdam omgaat met zijn kunstenaars
in de openbare ruimte. Algemene Plaatselijke VerordeningenAlgemene
Plaatselijke Verordeningen (APV) is een verzamelbestand met allerlei
verschillende regels die binnen een gemeente gelden. De APV wordt
vastgesteld door de gemeenteraad. In Artikel 2.16 van de Algemene
Plaatselijke Verordeningen is straatmuziek als volgt opgenomen: Straatartiest en muziek. 1.
Het is verboden, op door de Burgemeester aangewezen wegen en tijden op
of aan de weg als straatartiest op te treden of muziek ten gehore te
brengen. 2. Op andere dan de in het eerste lid vermelde plaatsen, is
het verboden, zonder vergunning van de Burgemeester als straatartiest
op te treden of muziek ten gehore te brengen. 3. Het bepaalde in het tweede lid met betrekking tot het ten gehore brengen van muziek is niet van toepassing, indien: a met ten hoogste zes personen wordt opgetreden; b
er geen draaiorgels, geluidversterkende apparatuur of slaginstrumenten,
zoals trommels, bongo's en dergelijke, worden gebruikt; c het optreden niet langer duurt dan een half uur; d het optreden niet plaatsvindt tussen 23.00 uur en 9.00 uur. 4.
Indien op grond van dit artikel een vergunning is vereist, kan de
Burgemeester te dien aanzien de belangen in aanmerking nemen die zijn
bedoeld in artikel 2.11, derde lid. (2.11 3. De Burgemeester kan bij de
beoordeling van een aanvraag om vergunning de volgende belangen in
aanmerking nemen: a de mate waarin door het evenement beslag wordt gelegd op de ruimte, de tijd en de hulpdiensten; b het aantal bezoekers dat wordt verwacht; c of de aard van het evenement zich verdraagt met het karakter of de bestemming van de gevraagde locatie; d
of er gevaar bestaat voor de openbare orde, gezondheid of veiligheid,
waaronder de brandveiligheid en het belang van het voorkomen van
wanordelijkheden; e of er gevaar bestaat voor belemmeringen van het verkeer; f of er gevaar bestaat voor een onevenredige belasting van het woon- of leefklimaat in de omgeving van het evenement; g
of er gevaar bestaat voor verontreiniging, aantasting van het uiterlijk
aanzien van de stad, beschadiging van de groenvoorzieningen of van
voorzieningen voor het openbaar nut; h of de organisator voldoende
waarborgen biedt of kan bieden voor een goed verloop van het evenement,
gelet op de eerder vermelde belangen; i of de organisator voldoende
waarborgen biedt om de schade aan het milieu te voorkomen dan wel
zoveel mogelijk te beperken.) Concreet betekent dit voor de Gemeente
Amsterdam, Stadsdeel Centrum dat straatmuzikanten zonder vergunning
muziek kunnen maken op de straten van de binnenstad. Dit geldt voor de
gehele binnenstad met uitzondering van de Leidsestraat, de Heiligeweg,
de Nieuwendijk, de Kalverstraat en in de stegen die uitmonden in de
Kalverstraat, Nieuwendijk, Rokin en Damrak. Bij de afdeling
vergunningen en burgerzaken is de APV voor evenementen en artiesten als
volgt uitgelegd: § U mag echter geen geluidsversterkende apparatuur
gebruiken en geen muziek maken met slaginstrumenten, zoals bongo's en
drums.§ Ook is het verboden om met meer dan zes personen op te treden.§
Verder is het maken van muziek op de openbare weg alleen toegestaan
tussen 09.00 en 23.00 uur.§ Ten slotte mag u niet langer dan een half
uur rond dezelfde plaats spelen. Omdat straatmuzikanten hun
kunsten ten gehore brengen in de openbare ruimte, is het beleid van de
Gemeente Amsterdam ten aanzien van kunst in de opnebare ruimte geboden.
Opvallend is dat alleen de beeldende kunst in de openbare ruimte in het
beleid naar voren komt. De wethouder had het Amsterdams Fonds voor
de Kunst gevraagd om een visie te ontwikkelen over de rol van beeldende
kunst en vormgeving in de openbare ruimte, het beheer en onderhoud
daarvan en de aansluiting op het ruimtelijk beleid (vastgesteld in het
Kunstenplan 2005-2008). Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft
in overleg met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling een centraal uit
te voeren beleidskader geformuleerd: een inhoudelijke visie en een
aanzet tot de praktische uitvoering daarvan. Doel is om hiermee de
beeldende kunst in de openbare ruimte van Amsterdam de komende jaren
opnieuw op de kaart te zetten, en daarbij aansluiting te zoeken met de
grootstedelijke ambities zoals verwoord in het Kunstenplan 2005-2008. In deze beleidsvisie wordt kunst in de openbare ruimte gedefinieerd als creatieve industrie: Creatieve
industrie zijn kunsttoepassingen in de openbare ruimte die zich niet
alleen voordoen als autonome beelden in parken en op pleinen.
‘Tijdelijk of permanent, Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte toont de
kunstpraktijk van Amsterdam en heeft de mogelijkheid om als
visitekaartje voor de creatieve sector te fungeren. Bij de
totstandkoming van kunsttoepassingen in de openbare ruimte zijn veel
partijen betrokken: buurtbewoners, stadsdelen, woningcorporaties,
bedrijven, uitvoerenden, leveranciers en natuurlijk de kunstenaars
zelf. Voor die kunstenaars betekent het niet alleen een ‘afzetmarkt’ en
platform voor hun werk, maar ook een belangrijke ervaring in complexe
trajecten en samenwerkingen. Andersom worden partijen, die van huis uit
niet tot de creatieve sector behoren, betrokken bij het realiseren van
een kunstwerk. In het Kunstenplan 2005-2008 is het begrip
creatieve industrie in navolging van het Ministerie van Cultuur, Media
en Sport als volgt gedefinieerd: Creatieve industrie: - die
actviteiten die voortkomen uit de individuele creativiteit, vaardigheid
en talent en die de mogelijkheid tot het scheppen van welvaart en werk
in zich hebben door het genereren en exploiteren van de rechten op
intellectueel eigendom. Daaruit vloeien de volgende sleutelsectoren
voort: relame, architectuur, kunst, antiek, kunstnijverheid, design,
mode-ontwerp, film, interactieve spelsoftware, muziek, theater,
uitgeven, software, televisie, radio.
Toepassing op muziek in de openbare ruimte Met
het definieren van kunst in de openbare ruimte als creatieve industrie,
wordt een deel van de kunsten die aanwezig zijn in de openbare ruimte
uitgesloten van het beleid. Immers, niet elke kunstvorm in de openbare
ruimte heeft tot doel welvaart te scheppen. Integendeel, de keuze voor
muzikanten om op straat te spelen lijkt een bewuste keuze muziek voor
ieder toegankelijk te maken, ook voor de minder bedeelden in de
samenleving. Dit neemt naar mijn mening niet weg dat deze kunstvorm
geen bijdrage levert aan het creatieve karakter van de stad Amsterdam.
Streeft het beleid hiermee zijn doel niet voorbij?
Verder onderzoek Hoewel
het beleid straatmucici niet vertegenwoordigd, zijn de bovengenoemde
betrokken partijen bij de tot stand koming van kunsttoepassingen in de
openbare ruimte ook voor die groep van toepassing. In het onderzoek
voor onze documentaire dienen naast de muzikant/kunstenaar de volgende
partijen met name aan bod te komen: buurtbewoners, stadsdelen,
bedrijven, ordehandhavers.
Betrokken politici en buurtregisseurs zijn inmiddels benaderd.
|